In 1898 was Barend, als 20 jarige, gedurende 8 maanden van april tot november in dienst bij de marine in den Helder. Van beroep was hij Mattenschipper en handelde zowel in de Blokzijlse “Spaanse matten” als in de Genemuider biezenmatten of blokmatten en in het zogenoemde Kleedegoed uit Hilversum. Deze matten werden voornamelijk in en om Zwolle en Alkmaar uitgevent. In de zomermaanden werd ook in aardappels (o.a. de soorten münstersen en burgers) en fruit gehandeld en uitgevent