Van Waerle tot Zandbergen

In 1898 was Barend, als 20 jarige, gedurende 8 maanden van april tot november in dienst bij de marine in den Helder. Barend was Mattenschipper en handelde in zowel de Blokzijlse Spaanse matten als in de Genemuider biezenmatten of blokmatten en in het zogenoemde Kleedegoed uit Hilversum. Deze matten werden voornamelijk in en om Zwolle en Alkmaar uitgevent. In de zomermaanden werd ook in aardappels (o.a. de soorten münstersen en burgers) en fruit gehandeld en uitgevent. Zijn vrouw Geesje schrijft op 22 augustus 1904 in Blokzijl een brief aan Barend om hem te feliciteren voor de vermeerdering van zijn jaren. Geadresseerd: Aan Den Heer B. Zandbergen JZ, Mattenschipper te Alkmaar bij segles. Ze schrijft onder andere: “Geertje zegt, Pa is weg met de Snik om peertjes voor haar te kopen”. Iets ver schrijft ze: “Je Vader zal er een briefje bij in doe n,en jouw volk zouden zelf schrijven”. Hiermee bedoelt ze waarschijnlijk de andere schipper-families Van Dijk, Fahner, Huisman en Pander. En ze eindigde de brief met: “Zoon lange reis bevalt niet kom je haast weer thuis?” . De naam Snik is ontleend aan een Oudgermaans woord voor “klein, snelzeilend oorlogsschip”. Vooral de Friese Snik was een populair scheepstype voor de beurtvaart het was een vrij lang gestrekt schip met een scherpe boeg en een tjalkachtige achterkan tmet een kleine kajuit. De Friese Snik was zeilschip met een grootzeil en een kleine gaffel, het woog 15 á 30 ton en was zo'n 15 m lang. Het werd zowel van hout als van staal gebouwd. In het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen is een echte houten Friese S nik te zien. In 1907 is Barend met een woninginrichtingzaak begonnen a/d Hekelstraat 19 in Alkmaar. Het assortiment omvatte: Linoleum, Vloerzeilen, Matten, Tapijten, Karpetten, Lopers, Vitrage, Lancaster- en Overgordijnen, Bedden, Dekens , Matrassen.
Rond 1917 hielp Geertje in de winkel terwijl Herman en Jurrian na schooltijd van de HBS de tapijten naar de klanten moesten wegbrengen en leggen. De komst van V&D in Alkmaar rond 1920 met o.a. het zelfde assortiment als in de Hekelstraat betekende het einde van Barend’s woninginrichtingzaak. Barend verhuisde omstreeks 1922 naar Delft waar Herman en Jurrian naar de toenmalige kweekschool gingen. Als Herman en Jurrian een vaste betrekking kregen op de Rehobothschool in Hilversum verhuisde het gezin rond 1927 naar de Chrysantenstraat 14 in Hilversum. Nadat in 1934, zowel Geertje, Herman en Jurrian gehuwd waren, verhuisde Barend met zijn echtgenote Geesje en hun ongetrouwde dochters Jansje en Hilly naar de Heerenlaan 20a in Zeist.

In 1898 was Barend, als 20 jarige, gedurende 8 maanden van april tot november in dienst bij de marine in den Helder. Van beroep was hij Mattenschipper en handelde zowel in de Blokzijlse “Spaanse matten” als in de Genemuider biezenmatten of blokmatten en in het zogenoemde Kleedegoed uit Hilversum. Deze matten werden voornamelijk in en om Zwolle en Alkmaar uitgevent. In de zomermaanden werd ook in aardappels (o.a. de soorten münstersen en burgers) en fruit gehandeld en uitgevent